|
||||||||
|
De 19de editie van Duvel Blues zou uiteindelijk aan de Kaardijkstraat in Puurs-Sint-Amands met zo’n 300 aanwezigen als “uitverkocht” kunnen doorgaan, maar “onder voorwaarden”: in bubbels, zittend volledig in openlucht… -m.a.w. Corona-veilig- én, met hoofdzakelijk Belgische bands: WALTER BROES & The Mercenaries (BE) - IRISH COFFEE (BE) - BAI KAMARA Jr. & The Voodoo Sniffers (BE/SLE) - TINY LEGS TIM & Elsewhere Bound (BE) & DJ Tumbleweed Met sympathiek volk vanuit ’t Stad kwam rond 16:00 met WALTER BROES & THE MERCENARIES leven in de brouwerij, waar. Walter Broes is, niet alleen in de Belgische, rootsmuziekscene al lang geen onbekende meer. Hij was vroeger de frontman van de The Seatsniffers en nu, anno 2021 en na 16 jaar, 7 albums en méér dan 999 shows, een vaste waarde hier en ook ver hierbuiten. Broes is de loop der jaren muzikaal volwassener geworden en is momenteel de zanger, gitarist en songwriter van The Mercenaries: Clark Kenis (Moonshine Reunion) speelt bas, doet de backings en af en toe de leadzang. Veteraan Lieven Declercq (The Internationals) bewaakt strak het ritme. Eind 2016 verscheen nieuw werk van Walter Broes: ‘Movin' Up’, een lp/cd die Broes’ unieke kijk op de jaren vijftig R’n’R, R&B, Country, Blues en Americana laat horen. ‘Movin’ Up’ kan samengevat worden als: een mix van “de psychobilly van de Amerikaanse punkband The Cramps, de chicano-rock van Los Lobos, de blues van Louis Thomas Jordan en de twang van country-muzikant Dwight Yoakam...”. In 2019 verscheen op het Spaanse label Sleazy Records het vinyl 45 “When the Ship Goes Down”. LIVE was het voor hen in het zonovergoten publiek (en ook voor de band) die net Diepenbeek hadden meegemaakt, een “herhaling”, wat niet weerhield dat de sfeer al goed zat en dat de driekoppige band met Walter Broes (gitaar, zang), Clark Kenis (bas, zang) & Lieven Declercq (drums) er in Puurs weer de volle 100% stond. Ik pikte hun set op vanaf “Security” en kon dan tijdens “Gone Ridin’” en het rustige, wat donkere “No More” meegenieten van Kenis’ uitstekende zang en contrabas en, van Broes’ als roots/rockabilly gitarist, een van de betere in zijn genre. Daarna was het vooral putten uit hun album ‘Moving Up’, dat in 2016 als een raket de lucht in schoot. Na de titelsong, die velen zichtbaar plezierde volgden er nog meer geweldig rockers als het op Declerq’s lijf geschreven rammende “I Got My Own Kick Going” (een van de twee covers op het album, deze is van Ronnie Self), het met wat mambo gedrapeerde meerstemmige “Man Child” en het uit een Western gevluchte slidy “Sideshow”. Met “Come on Down”, wat me even aan Status Quo deed denken, naderde al het einde van de eerste band. Broes bedankte na de encore het publiek op het ondertussen volgelopen plein en wij, wij dronken verder aan onze eerste Duvel of Bolleke, om zo nog even met De Koninck in A’pen te blijven… Line-up: Walter Broes: zang, gitaar - Clark Kenis: bas, zang, b-vocs - Lieven Declercq: drums - Setlist: Big Sexy – Messing with My Breath – Movin’ Up* - Security – Gone Ridin’ – No More* – I Got My Own Kick Going* – When the Ship Goes Down – Man Child* – Sideshow* – Nice & Neat – Come on Down* - You & Me* – Closed* – encore – … (*’Moving Up’ – 2016) Precies 50 jaar (!) nadat hun single “Masterpiece/The Show” (1971) een hitje was in een aantal Europese landen, nodigt DuvelBlues als tweede act een Vlaamse rockband uit met een lokale cultstatus. IRISH COFFEE , met roots in de akkers van het Oost-Vlaamse Aalst, legde toen de fundamenten van de hardrock vast in Vlaanderen. Was dat misschien de klei, waarover van het Groenenwoud zong in “Liefde voor de Muziek”? William Souffreau (The Blue Jets, The Mings, The Four Rockets, Dementia Preacox, The Voodoo) deed in 1970 met de muzikanten van The VooDoo een doorstart (want een band met als naam The Voodoo bleek al ergens te bestaan) als Irish Coffee. Aanvankelijk speelde Irish Coffee alleen covers van grote internationale rockbands, waardoor ze konden openen voor o.a. Uriah Heep, Chicken Shack en Golden Earring. In 1971 brachten ze de titelloze LP en later ook vier singles uit waarvan “Masterpiece/The Show” de bekendste en commercieelste wordt. Het bezorgde de band een rist aan tv-optredens in binnen en buitenland. Het debuutalbum werd geperst op 1000 exemplaren en kende toentertijd een bescheiden succes en is nu een collectors item. In 1975, na het overlijden bij een verkeersongeluk van toetsenist Paul Lambert, eindigde Irish Coffee. In 2002 kwam er echter een (tijdelijke) reünie (en het album ‘Irish Coffee 2’) en in 2008 bracht de groep nog het live album ‘Live Rockpalast – Harmonie, Bonn - 21.12.2005’ uit. William Souffreau bleef altijd actief als soloartiest en bracht ondertussen al meerdere soloalbums uit. LIVE: Vandaag op DuvelBlues, terug naar de succesjaren van Irish Coffee? Hun prima nieuwe album ‘Heaven’ doet het beste vermoeden en, je kon al vanaf het eerste nummer “The Show” (het B-kantje van hun eerste single uit 1971) horen, dat de nu 75-jarige frontman William Souffreau niets aan het toeval zou overlaten. Ik voelde me met “Lay Them Shotguns Down” weer even in de flowerpower, make-love-no-war tijd en liet me daarna meedrijven op al dat stevigs en soms zwaar rockende als het donkere “A Whole Lotta Rock to Roll”, het psychedelische “I’m Lost” en “Tobacco Fields” waar ze op hun laatste album mee uitpakten. Op de setlist van Irish Coffee stonden er verder nog meer (in het totaal acht van de tien, alle originele!) nummers uit het album. Ik noem o.a. de akoestische blues die Souffreau zong vanaf de crossroads, “Can’t Take No More” en het veel zeggende “Livin’ Ain’t Easy”. Na “The Fountain” was de “encore” de stevige blues rocker “Bad Boy”. Irish Coffee is een stukje Belgische muziekgeschiedenis van de destijds (officieus) uitgeroepen “Beste Rockband” (van België). Leadzanger William Souffreau kreeg in de jaren '70 ook de eer benoemd te worden als "Beste Zanger”. Dit is bluesy hardrock van een nu al bijna iconische band, die iedere muziekliefhebber eens live moet ondergaan hebben. Line-up (bezetting 2018-): William Souffreau: zang & gitaar - Frank Van Laethem & Johan Ancaer: e- gitaar - Erik Goetvinck: bas - Bruno Beeckmans: drums / Setlist: The Show – Lay Them Shotguns Down* – Do My Playing – Doing Allright – Whole Lotta R’n’R – One Day Without You – Gonna Take It as It Comes – I’m Lost – Can’t Take No More – Livin’ Ain’t Easy – Tabacco Fields – No Good for Nothing – Beginning or the End – The Fountain/Masterpiece – encore – Bad Boy (*’Heaven’ – 2020) BAI KAMARA Jr. & THE VOODOO SNIFFERS, voor sommigen misschien nog een onbekende, maar voor Rootstime, sinds zijn albumdebuut in 2002, al lang niet meer. In een van zijn album recensies leidde collega Antone Légat hem als volgt in: “Bai Kamara Jr. werd een halve eeuw geleden geboren in Bo Town (Sierra Leone) Zijn ouders hadden een overheidsfunctie en zijn moeder werd ambassadrice in Brussel. Bai was vijftien toen hij in Engeland aankwam. Het constante contact met de hogere politieke en diplomatieke kringen hebben hem politiek en sociaal, maar zeker ook artistiek aangescherpt. In Engeland studeerde hij maar legde hij ook al het fundament voor zijn muzikale loopbaan. In 1990 vestigde hij zich in Brussel. Daar besloot Bai fulltime in de muziek te gaan, altijd een gewaagde en moeilijke keuze. Hij ontwikkelde zich gaandeweg tot singer-songwriter, songschrijver en producer voor anderen en werkte op diverse manieren met een aantal muzikanten samen, van wie Youssou N’Dour, Habib Koité, Cassandra Wilson, Vanessa Paradis en Dani Klein (Vaya Con Dios) lange niet de enige, maar misschien wel de bekendste zijn…”. Bai Kamara Jr. is een “Urban Gypsy” die zich engageert voor de zwakkere in onze maatschappij, de Afrikaanse maar ook die van zijn adoptieland België. Kamara debuteerde in 2002 met ‘Living Room/Intrinsic Equilibrium’ en bracht vorig jaar al zijn zesde studio album uit. LIVE startte de vriendelijke en erg sympathieke Bai Kamara Jr. met zijn band The Voodoo Sniffers aan zijn set met als opener (een nummer dat hij nog niet opnam) “Trouble Has Got a Brand New Dress”. Op de setlist stonden daarna vooral nummers uit ‘Salone’, zijn zesde studio album dat vorig jaar verscheen. Op ‘Salone’ zingt Kamara Jr. op alle nummers en speelt hij ook zelf op alle instrumenten. Waarom er op de hoes alsnog The Voodoo Sniffers vermeld staan is (vermoed ik) omdat ze met o.a. Tom Beardslee & Julien Tassin (gitaar), Désiré Somé (bas) en Patrick Dorcean (drums, percussie), het ondertussen een heuse band is, een gemengd internationaal gezelschap, dat heel wat ervaring en muziekstijlen verenigt. Rootstime collega Antoine Légat recenseerde in het voorbije jaar hier gedetailleerd het album Het werd dan na “I Ain’t Lying (Can’t Give You What I Ain’t Got)”, “Black Widow Spider” en “Cold, Cold Love” al snel duidelijk, dat Kamara Jr. een muzikant is die uit vele vijvers vist, want naast blues, is er ook soul, funk, r&b, jazz en zijn er West-Afrikaanse ritmes en sounds doorheen zijn muziek gewoven. Voor Bai is het inhoudelijke van zijn songwriting ook erg belangrijk. Met “Homecoming” beschrijft hij heel intens over de eerste keer dat hij, na de burgeroorlog die tussen 1991 en 2002 het land verscheurde, weer in Sierra Leone was. Hij zingt heel emotioneel over de bomen die hij als kind plantte en waar hij bij terugkeer de vruchten van at: “Been away for so long, but I kept the song…”. Op “The Rest of Everything” komt Bai op voor een eenvoudig leven, op “Cry Baby” is hij niet lief voor de betrokken persoon en met “I Don’t Roll with Snakes” (een nieuw nummer voor zijn volgend album) zorgt hij voor wat voodoo. Met “Fortune” en de afsluiter “I’m a Grown Man” weet hij exact wat het publiek nog wil horen. Bai Kamara Jr. had op DuvelBlues geen toeters en bellen nodig om ons een collectie eerlijke en persoonlijke songs met inhoud op te dienen. Wie hem zoals wij en de enthousiaste aanwezigen, ook al live zagen, vergeet zijn optreden niet licht… Line-up: Bai Kamara Jr., Sierra Leone/BE: lead vocals, a-guitar - Tom Beardslee, USA/BE: e-guitar - Julien Tassin, BE: e-guitar - Boris Tchango: Togo/BE: drums & percussion - Désiré Somé, Burkina Faso/BE: bass - Patrick Dorcean, Haiti/BE: drums & percussion / Setlist: Trouble Has Got a Brand New Dress - I Ain’t Lying (Can’t Give You What I Ain’t Got)* – Black Widow Spider* – It Ain’t Easy – Cold, Cold Love* - Miranda Blue* - Homecoming* - Don’t Worry About Me* – The Rest of Everything* - Cry Baby* - I Don’t Roll with Snakes – Fortune* - I’m a Grown Man (*’Salone’ - 2020) Tim De Graeve is in de nationale blues/roots scene al jaren (solo, als duo of kwartet en met band) bekend als muzikaal “buitenbeentje” TINY LEGS TIM. Zijn pijnlijke levensverhaal kent iedereen ondertussen wel en, dat hij letterlijk een kleine doorbijter uit het Gentse is, werd voor Corona nog meer duidelijk door realisaties in de Missy Sippy Blues & Roots Club, waarin hij ook mede de hand in had. TLT debuteerde in 2010 met de EP ‘They Say Small Birds Don’t Fly too High’ (ja, Tim heeft iets met vogels!) en in 2015 stelde hij in de AB in Brussel zijn 3de studioalbum ‘Stepping Up’ voor. In 2017 bracht hij nog twee nieuwe albums uit (‘Melodium Rag’ & ‘Live at Sint-Jacobs’) en dat jaar trok hij ook rond in Amerika, bezocht New Orléans en kwam terug met voldoende ideeën voor wat nieuws, waarmee hij opnieuw zijn spectrum wou “verbreden” en dat ook moest passen in zijn denkwereld, waarin alles principieel “eenvoudig” moet zijn. Op zijn vijfde studio album ‘Elsewhere Bound’ (2019) ruilt Tiny Legs Tim de akoestische intimiteit van vorig werk in voor een achtkoppige bezetting met blazers: Tom Callens: bariton sax/ Marc De Maeseneer: tenorsax/ Marie-Anne Standaert & Yves Fernandez: trompet, extra percussie (Amel Serra Garcia) en een honky-tonk piano (Luk Vermeir), wat voor een veelkleurige sound moest zorgen. TLT versmelt blues, soul, rumba en americana met het originele blues gevoel en puurt meer en meer zijn eigen stijl uit. In het voorbije jaar, na drie maanden lockdown, nam Tim in een weekend met enkele Gentse vrienden -Bernd Coene (Reena Riot, Raman) en Mattias Geernaert (Sumi, Kosmo Sound) verzekerden de beats en Toon Vlerick (Absynthe Minded) zorgde voor de extra gitaar- in één weekend, een uitstekend blues album op. ‘Call Us When It’s Over’ was hun ontlading na maanden van creatieve ontbering. LIVE: Hier in Puurs mag TINY LEGS TIM & ELSWHERE BOUND het festival afsluiten. Dat Tim sinds zijn ‘Elswhere Bound’ 2019-album, dat hij met een 9-koppige band opnam, soms uit een NOLA-vaatje tapt, wordt na de opener “Stepping Up” (“I live in the heart of the city, but I used to be a countryman…”) met “Don’t Be Sorry”, “One More Chance” en “Still in Love”, dat met zijn sobere maar essentiële Latin percussie en zwoele rumba ritmes ergens herinnert aan de sensuele, doorrookte laatavondblues sfeer van Tom Waits, al snel duidelijk. Met de full band versie van R.L. Burnside’s “Going Down South”, “I Believe” en “Ocean” kwam zijn lockdown-album ‘Call Us When It’s Over’ (opgenomen met in The Yellow Tape Recording Studio in Gent met een Faylon mengtafel uit de sixties en een oude 24-track tapemachine) ruim aan bod en kregen we een TLT met zichtbaar genot, van er weer terug bij te kunnen zijn. “Heart of the City”, “Walk with the Devil” en “Big City Blues” kwamen dan weer uit zijn niet akoestische, maar urban R&B 2015-album ‘Stepping Up’. “Elsewhere Bound”, het gejaagde “In the Morning”, “The Lovin’ Kind” en “New Place” uit zijn 2019-album. Voor de “encores” werd het, gezien de nog “beschikbare” tijd en even lonkend naar de tijdbewaker, even spannend. Zowel “Nowhere My Home” als Clarence “Gatemouth” Brown’s “Dirty Work @ the Crossroad” werden voor het publiek alsnog zowat de kersen op deze blues taart. Line-up: TLT: zang, gitaar - Steven Troch: harmonica - Luk Vermeir: piano/ Tom Callens: baritonsax - Marc De Maeseneer: tenorsax – Marie-Anne Standaert & Yves Fernandez: trompet - Filip Vandebril: contrabass – Amel Serra Garcia: percussie - Frederik Van De Berghe: drums - Set list: Stepping Up*** - Don’t Be Sorry** - One More Chance** - Still In Love** - Keep Me Satisfied*** – Going Down South* [Robert Lee Burnside] – I Believe* – Ocean* - Heart of the City*** – Elsewhere Bound** - Walk With the Devil*** - Big City Blues*** – In the Morning** – The Lovin’ Kind** - New Place** - encores – Nowhere My Home** - Dirty Work @ the Crossroad [Clarence “Gatemouth” Brown] (Uit: *’Call Us When It’s Over’ – 2020, **‘Elsewhere Bound’ – 2019, ***’Stepping Up’ - 2015) Vier qua stijl uiteenlopende bands stonden dit jaar op het podium van de 20ste editie van het ingepaste Duvel Blues, dat de organisatie verplichtte zich noodgedwongen aan de geldende Covid-regels te houden. Met de Belgische toppers die er geprogrammeerd waren, was dit géén berekend risico, maar gezien de opkomst en de reacties, erg hoopgevend voor de liefhebbers van Roots Rhythm Soul die al maanden uitkijken naar dit en méér. Duvel Blues zal zeker geen alleenstaand feit blijven, want ook andere festivals en optredens zijn of worden gepland. Wij kijken uit naar 2022 en de 20ste editie, die een feesteditie zou moeten worden. Afspreken we dan opnieuw in Puurs en in mei én denk eraan, SSST… hier rijpt den Duvel! Eric Schuurmans foto © Walter Wouters meer video's : Going Down South - I Believe - Ocean
meer video's : Cold, Cold Love - The Rest of Everything - Morning School Run Blues
meer video's : I'm Lost - One Day Without You
meer video's: Slide Show - Nice & Neat Wij kijken uit naar 2022 en de 20ste editie ! |